Omdat er zowel kleine zangvogels als grotere soorten (grote bonte specht, ekster, houtduif, gaai, …) en eekhoorns op de voederplaats komen, is een zoomlens aangeraden. Ook voor het maken van spiegelbeelden, is het handig als je kan terug zoomen zodat onderwerp en spiegelbeeld in beeld kunnen.

Op een croptoestel is een lens met minimaal een bereik tot 300 mm aangeraden voor de kleine zangvogels (vanaf 200 mm is het doenbaar maar ga je ze niet echt beeldvullend in beeld krijgen). Voor de grotere soorten (ekster, gaai, houtduif, grote bonte specht) en de eekhoorns kan je al met 120 mm uit de voeten. Een 100-400 mm lens op een croptoestel is ideaal, met een 150-600 mm lens kan je zelf mooie close-ups maken.

Op een full frame toestel is 400 mm toch wel een minimum voor de kleine soorten. Ik gebruik tegenwoordig meestal een 200-400 mm met een 1.4x converter, dus tot 560 mm.  Bijna alle foto's op deze website zijn daarmee gemaakt. Voor de grotere soorten (ekster, gaai, houtduif, grote bonte specht) en de eekhoorns kan je al met 200 mm uit de voeten. Een 100-400 met converter of een 150-600 is dus ideaal.

Minimale focusafstand lens: vanaf 3 m minimale focusafstand is de lens bruikbaar. Je kan dan ongeveer de achterste helft van de waterpartij in focus krijgen. Enkel de voorste helft niet, daarvoor heb je een lens met een minimale scherpstelafstand van 2.4 m nodig maar de mooiste foto’s worden op het achterste deel van de waterpartij gemaakt.

Heb je enkel bijvoorbeeld een 600mm lens met een minimale focusafstand van 4.5 m, dan kan je enkel het achterste deel van de voederplaats fotograferen.  Je mist dan wel de waterpartij, maar er zijn voldoende mogelijkheden achteraan om te kunnen fotograferen. De kleine zangvogels ga je mooi beeldvullend kunnen fotograferen, maar eekhoorns, grote bonte specht, gaai, ekster, ... ga je niet meer volledig in beeld krijgen; dit geeft je echter de gelegenheid om mooie portretten te fotograferen.